Vereniging met een verhaal

Oude Niedorp - Het dorp telt nog geen 450 zielen, de plaatselijke toneelvereniging nog geen vijftien spelende leden. Maar Molière uit oude Niedorp is wel gezegend met de mooiste toneelgelegenheid in de regio: dorpshuis De Mafkikker. ,,Heerlijk om daar te kunnen spelen’’, stelt voorzitter Adri Wijnker.


De Mafkikker is ook de reden dat Molière in 1999 aan een tweede leven begon. De oorspronkelijke vereniging dateert al van vóór de Tweede Wereldoorlog, al is het precieze oprichtingsjaar niet meer te achterhalen. ,,Cees Lont, vader van Jan Cees Lont van de sfeerboerderij heeft er met wijlen zijn vrouw nog bij gespeeld.’’


In de jaren zestig van de vorige eeuw stierf het toenmalige Molière een zachte dood. De kolfbaan achter het inmiddels ook al ter ziele gegane café De Vergulde Valk werd gesloopt. Daarmee raakte Molière haar vaste stek kwijt. ,,Geen accommodatie betekent de dood in de pot. De club werd dan ook opgedoekt.’’ Om heropgericht te worden, toen De Mafkikker dankzij vooral de inspanningen van Jan Mastemaker het levenslicht zag. Wijnker: ,,Als er weer een accommodatie is, moet er ook een toneelclub komen, gaf Mastemaker aan. Of ik me daar niet voor wilde inzetten, tenslotte mocht ik altijd graag bij amateurtoneel in de regio gaan kijken.’’


Het hele dorp werd gepolst en dat leverde direct zo’n achttien spelende leden op. Plus krachten die zich wilden inzetten voor kostuums, decorbouw enzovoorts. ,,Allemaal debutanten. Niemand van ons stond dan ook te popelen om een hoofdrol te gaan spelen.’’
Met die nieuwkomers ging regisseur Gerard de Loor uit Wognum de uitdaging aan. Met het stuk ’Vier kamers met tuin’. Vier eenakters eigenlijk waarin niemand een duidelijke, uitgesproken hoofdrol had. Was dat probleem ook weer opgelost. ,,Het Volkstoneel uit Burgerbrug speelde toevallig hetzelfde stuk dat jaar. Zijn we met z’n allen wezen kijken. Nu nog bezoeken we jaarlijks de  wederzijdse premières.’’


Een tikkie behelpen was het wel, in de oude Mafkikker. ,, Achter het toneel had je nauwelijks ruimte. Als je met meerdere personen tegelijk af ging, moest je er achter het toneel rekening mee houden hoe je je opstelde. Zorgen dat degene die als eerste weer op moest vooraan stond; anders kon-ie de anderen nooit passeren naar het toneel.’’


Legendarisch die eerste keer was het verkleden in de basisschool. Vanwaar het schoolplein werd overgestoken om ‘theater’ De Mafkikker te bereiken. ,,Ons stuk speelde in hartje Parijs, waar het in het verhaal hartje zomer was. In werkelijkheid vroor en sneeuwde het. Gingen we in zomerkleding het plein over. Voordat we op gingen, moest eerst de sneeuw van onze kleren afgeklopt worden.’’


Sinds de Mafkikker enkele jaren terug grondig werd verbouwd en uitgebreid, is het een waar feest er te mogen spelen. ,,Zo’n ruim toneel, veel mogelijkheden voor de belichting; werkelijk prachtig.’’ Molière brengt er jaarlijks drie uitvoeringen die stuk voor stuk uitverkocht zijn. ,,Twee avonden met mensen van het dorp, eentje waarbij familie, vrienden en kennissen van de leden komen kijken.’’


Waarbij de leden de naam van de vereniging hoog proberen te houden. ,,Molière. Dat roept toch de associatie op van toneel dat verder gaat dan tussen de schuifdeuren-niveau. Dat proberen we dan ook, al is tijdens de repetitieavonden gezelligheid minstens zo belangrijk. Maar het is mooi om te zien hoe we in de loop der jaren zijn gegroeid. Hoe de ’bibberitus’ als je op moest, of de zucht van verlichting als je weer af kon, al lang tot het verleden behoren.’’
,,En hoe je met ieder nieuw stuk steeds opnieuw de ontwikkeling ziet. De laatste weken zijn dan altijd het mooist: iedereen kent zijn teksten goed, het stuk krijgt dan echt vorm en de interactie tussen de spelers ontstaat. Prachtig is dat.’’

 

Harry de Jong - NHD juli 2008